In 2013 kreeg ik schildklierkanker. Binnen een paar maanden was mijn schildklier verwijderd, kreeg ik een radioactieve nabehandeling en moest ik mijn energiehuishouding helemaal opnieuw leren kennen.
Dankzij medicatie kan ik inmiddels alles wat ieder ander ook kan. Maar dit ‘life event’ veranderde wél hoe ik kijk naar waar mijn energie naartoe gaat en vooral waar ik ’m niet meer aan wíl geven.
Sindsdien let ik beter op wat me energie kost zonder dat het iets oplevert.
Niet alleen in mijn werk, maar in het leven in het algemeen. Er zijn nou eenmaal veel dingen te doen waarvan mijn energy down the drain gaat. Dat zit in klusjes waar ik nul plezier aan beleef, in eindeloze to-do’s die ooit een goed idee leken maar waarvan de uitvoering er nooit van lijkt te komen en ook in mensen die ik “zure zuignappen” noem.
De bekende Marie Kondo (opruimgoeroe) heeft me nooit aan het netjes opvouwen gekregen, maar haar check-zin is wél blijven hangen. Ze zegt – als je je kast opschoont – dat je je bij elke kledingstuk of item dat je erbij pakt, moet afvragen: “Does it spark joy?”
Een loeihandige vraag, die ik heel erg in de praktijk breng. Dus ik stel die vraag vaak (soms hardop haha) en dan luister ik naar wat er komt.
Ik gebruik ’m inmiddels overal voor: van samenwerkingen tot projecten tot wat er op mijn planning staat.
Het grappige is: ik ben niet minder gaan doen, ik ben anders gaan kiezen. Mijn dagen voelen rustiger, mijn hoofd ook. En dat gun ik elke ondernemer. Niet nóg een productiviteitsmethode, maar het lef om te stoppen met wat niet meer vonkt.
Wat in jouw bedrijf sparkt allang geen joy meer maar doe je nog steeds “omdat het nou eenmaal zo hoort”?